Vandaag precies een jaar geleden waren er Povinciale Statenverkiezingen. Zoals altijd ben ik toen met trots naar het stemhokje getogen. Dat we in een land wonen waar dat mag! Veel mensen weten niet wat een groot goed dat is.
Maar aan dat grote goed wordt nu getornd. Op 6 april mag Nederland weer naar de stembus. Niet voor verkiezingen, maar voor het raadgevend referendum over het samenwerkingsakkoord met Oekraïne. Een akkoord waar de gemiddelde inwoner niks van begrijpt. En dat is ook niet nodig; dit soort akkoorden worden door regeringen onderling gesloten en opgesteld door juristen. Geen gemiddeld leesvoer dus.
De organisatoren van het referendum willen doen voorkomen alsof we over meer of minder Europa gaan stemmen. Maar niets is minder waar. Wanneer de Nederlandse bevolking op 6 april tegen dit akkoord stemt, verandert er niks aan onze deelname aan Europa. Je hebt geen signaal afgegeven hierover, alleen dat je de samenwerking met Oekraïne niet wilt formaliseren. Samenwerking zoals we die met allerlei landen over de wereld hebben.
Voor Nederland maakt het uiteindelijk weinig verschil, maar voor Oekraïne kan het de wereld betekenen… De dag lijkt af te stevenen op het dieptepunt van de onderbuikgevoelens.